Waar komt pindakaas vandaan?
Seizoen 3 (2024): tot en met 13 november verschijnt elke woensdag een nieuwe aflevering. Dit is een serie over de verrassende herkomst van doodgewone woorden. In seizoen 2 (2021) bespreken we in zo'n 10 minuten de herkomst van verschillende woorden die je kunt tegenkomen in alledaagse situaties, zoals in de kroeg, in je kledingkast of in bekende uitdrukkingen. Want heeft ‘bockbier’ misschien iets met geiten te maken, hoe komt de ‘smoking’ aan zijn naam en wie is precies de ‘sjaak’? In seizoen 1 (2020) bespreken we per aflevering de herkomst van een enkel woord in een paar minuten. Presentatie: Laura van Eerten, Caspar Stalenhoef en Frieda Steurs. Muziek: Michel van der Zanden. Afbeelding: Studio Mals. Meer informatie: ivdnt.org
Waar komt pindakaas vandaan?
Waar komt stapelgek vandaan?
Stuur ons een bericht! (laat je e-mail achter voor een reactie)
In deze aflevering: waar komt het woord stapelgek vandaan? Laura van Eerten vertelt.
Dit is een podcast van het Instituut voor de Nederlandse Taal, gemaakt door Laura van Eerten en Caspar Stalenhoef, met muziek van Michel van der Zanden. De afbeelding is van Studio Mals. Deze podcastserie is geïnspireerd op de drie boeken die het Instituut voor de Nederlandse Taal heeft gemaakt in samenwerking met het Genootschap Onze Taal. Wil je meer antwoorden op vragen over woorden? Bestel dan het boek ‘Waar komt suikerspin vandaan?’ Meer over woorden vind je natuurlijk ook op de website van het Instituut voor de Nederlandse Taal.
Heb je een vraag, opmerking of suggestie voor de podcast? Mail naar laura.vaneerten@ivdnt.org.
In deze aflevering: waar komt het woord stapelgek vandaan?
Je kunt stapelverliefd op iemand zijn. Of stapelgek, da’s ongeveer hetzelfde. Je kunt met ‘stapelgek’ ook aangeven dat iemand, niet goed bij zijn hoofd is. In beide gevallen betekent stapelgek dus ‘heel erg gek’.
Zo op het eerste gezicht niet zo’n gek woord dus, als je bedenkt dat we het woord stapel vooral kennen in de betekenis ‘berg’ of ‘heleboel’. We gebruiken het om de veelheid van iets aan te geven: een stapel boeken, een stapel papier, een stapel e-mails, een stapel hout... Het lijkt dus voor de hand te liggen dat het woord stapelgek óók hiermee te maken heeft. Maar, gek genoeg, is dat helemaal niet zo!
Ik leg het uit. Het woord stapelgek is al vrij oud: in de 17e eeuw dook het voor het eerst op in het Nederlands. Toen had het een iets andere betekenis dan nu. Het werd namelijk specifiek gebruikt voor mensen die wartaal uitsloegen. Stapel is een verouderde naam voor een krekel of sprinkhaan. Met het woord stapelgek werd het onsamenhangende gepraat van een persoon vergeleken met het eindeloze getjirp van een stapel, een krekel dus.
Na verloop van tijd verdween stapel als naam voor krekel uit het Nederlands. Maar... het ging een eigen leven leiden, zoals wel vaker gebeurt met woorden. We gingen stapel zien als een apart woorddeeltje, een voorvoegsel met de betekenis ‘heel veel’ of ‘heel erg’. Zo ontstonden er nieuwe woorden, zoals stapelzat, voor ‘heel erg dronken’, en stapelmooi, wat is Gronings is voor ‘erg mooi’.
En dat heeft niets meer met de stapel in stapelgek te maken. Want dat was dus een krekel!